Laatste grote medicijnfabriek in Nederland gaat dicht.

De laatste grote medicijn fabriek in Nederland sluit op 17 januari de deuren. Overnamekandidaten zien geen mogelijkheid om die capaciteit binnen afzienbare termijn beter te benutten.
De failliete medicijnfabriek in Leiden sluit volgende week dinsdag definitief de deuren.
De curator heeft geen overeenkomst kunnen sluiten over een doorstart van het bedrijf,
dat zo’n negentig medewerkers telde.
De machinerie en inventaris van InnoGenerics worden te koop aan geboden.
Ruim twintig uiteenlopende partijen toonden interesse in de voortzetting van het bedrijf.
Maar uiteindelijk leidde dit niet tot een doorstart. Voor het faillissement produceerde
de fabriek op een kwart van haar capaciteit. Overnamekandidaten zien geen mogelijkheid
om die capaciteit binnen afzienbare termijn beter te benutten. Een aantal partijen stelde
op korte termijn aanvullende overbruggingsfinanciering van de overheid nodig te hebben
om het bedrijf nieuw leven in te blazen. Zij gaven daarnaast aan dat de huidige
marktomstandigheden en regelingen ten aanzien van regulering en inkoop van medicijnen
in Nederland het moeilijk maken om van InnoGenerics een gezonde onderneming te maken.
InnoGenerics maakte uiteenlopende generieke geneesmiddelen. Het bedrijf vroeg 13 december
haar eigen faillissement aan. De fabriek in Leiden werd in december 2020 met hulp van de
overheid overgenomen van de Indiase medicijnfabrikant Aurobindo Pharma, dat een deel van
de productie verplaatste naar India en China.

In de herfst van 2019 werd bekend dat een van de laatste medicijnfabrieken in
Nederland zou gaan sluiten: Apotex in Leiden.
Een week daarvoor had Bruno Bruins, de toenmalige minister van Medische Zorg
een proefballon opgelaten voor meer medicijnproductie in eigen land.
Opdat moment speelde Apotex nog maar een bescheiden rol in de
medicijnvoorziening van Nederlanders. In 2018 produceerde Apotex nog voor
80 procent de pijnstillers (zoals paracetamol en ibuprofen)
die in Nederland werden gebruikt. Ook maakt het bedrijf antidepressiva, jicht,
hart- en vaatziekten en antibiotica.
De geneesmiddelengigant Aurobindo uit India kreeg het bedrijf eind 2018 in handen
en veplaatste het grootste deel van de productie naar India en China.
Waardoor nog slecht de helft van de capaciteit in Nederland achter bleef.
De productie van generieke medicijnen is tenslotte veel goedkoper in India. Het werd
door vakbond FNV toen gezien als het uit de markt kopen van een concurrent.
Nu is voor de levering van generieke geneesmiddelen Nederland bijna volledig afhankelijk
geworden van China en India. Na de sluiting van InnoGenerics is Nederland geheel afhankelijk van
China en India.
De politiek, zorgverzekeraars en farmabedrijven vonden dat geen gezonde situatie voor en zeker
tijdens de Covid-19 crisis.
Maar schijnbaar is voor de zorgverzekeraars geld belangrijker dan afhankelijkheid.
Zorgverzekeraars sturen alleen op geld als iets 0,00001 cent goedkoper is, wordt dat het.
De politiek kan roepen wat ze willen maar als ze de portomonee niet trekken is hun macht
nihil. Covid-19 heeft aangetoont dat China en ook India bij problemen heel simpel aan de
uitvoer knop van belangrijke items draaien. Maar hier hebben de bestuurders van de grote
4 zorgverzekeraars geen boodschap aan. En Rutte 4 is een machte loze regering die zelfs achteraf
niet in staat is om conclusies en beslissingen te nemen en uite te voeren.
De zorgverzekering is er duidelijk niet voor de patiënt.
Na de invoering van het preferentiebeleid waarmee de verzekeraar – niet de apotheek – de
fabrikant aanwijst die het door de arts voorgeschreven medicijn mag leveren. Is een
situatie ontstaan waarbij de macht ligt bij de zorgverzekeraars.
Wat de overheid ondanks verwoede pogingen nooit voor elkaar kreeg – het beteugelen
van de medicijnuitgaven – lukte de zorgverzekeraars wel. Een verketterde apotheker
die begin deze eeuw overliep naar de verzekeraars verzon met een collega een
briljante maatregel om de prijzen omlaag te krijgen. Vier grote zorgverzekeraars
kregen daarmee de macht op de markt voor generieke medicijnen in handen.
Maar na twintig jaar stuit het systeem op zijn grenzen en ontbrandt een grote
concurrentiestrijd – met alle gevolgen van dien.
Hoe kon dit onstaan?
Na het vertrek van InnoGenerics zijn alle medicijnmakers verhuisd naar lagelonenlanden.
De fabrikanten concurreren met elkaar op prijs en bieden honderden medicijnen aan.
De marges zijn laag, ze doen in de regel geen onderzoek en er wordt niet aan marketing gedaan.
De gouden tijden voor de generieke medicijnen braken aan in de jaren negentig van de
vorige eeuw toen door de overheid vastgestelde vergoedingen voor apothekers werden verlaagde.
Ze moesten een deel van hun inkomen maar zelf gaan verdienen, door scherp te onderhandelen
met farmaceutische bedrijven. En dat lukte wonderwel.
Generieke producenten prijsden hun merkloze medicijnen voor min of meer dezelfde prijs
als de merkproducten van hun innovatieve collega’s, maar konden door een lage kostprijs
forse onderhandse kortingen aanbieden bij de klanten. En masse gingen apothekers plotseling
generieke medicijnen inkopen. Een kartelachtige situatie was het gevolg, zo leert een
geheim groothandelsdocument uit 2001. Groothandels en apotheken verdeelden de door
bedrijven aangeboden kortingen onderling, zo blijkt uit een ‘persoonlijk en
vertrouwelijk’ groothandelsstuk genaamd ‘stimulanslijsten’, bestemd voor apothekers.
Het document leert dat bonussen per geneesmiddel variëren, maar in sommige gevallen
reiken ze tot 85 procent. Apothekers hebben megalomaan verdiend in die tijd.
In Groningen probeert men voor de hele provincie Groningen een aanbesteding te
doen voor de dan net uit octrooi gelopen maagzuurremmer omeprazol. Dat mislukt.
Geen enkele producent schreef zich in. Waarna het kwartje viel. Prijzen gaan
pas omlaag als een fabrikant daarmee een flink marktaandeel krijgt. Fabrikanten
durfden niet te bieden want dan zou in een mum van tijd heel Nederland van de
prijs voor Groningen weten. Dan moesten de prijzen landelijk omlaag, terwijl
je mogelijk alleen in het noorden van het land zou mogen leveren.
Na de nodige rechtzaken en conflicten gaan in 2005 de zorgverzekeraars gaan
voor drie medicijnen bepalen welk merk wordt vergoed.
In de praktijk betekent het dat ze de fabrikant aanwijzen die de laagste prijs
biedt voor de werkzame stof die de arts voorschrijft. Een apotheek kan alleen
nog uitwijken naar een ander merk als daar een

zogeheten ‘medische noodzaak’ voor is, vastgesteld door een dokter.
Verzekeraars voeren hun voorkeursbeleid aanvankelijk gezamenlijk uit
via brancheorganisatie Zorgverzekeraars Nederland, maar in 2008 verbiedt
de rechter dit. Zorgverzekeraars mogen vanaf dan alleen nog individueel
preferentiebeleid voeren. De grote vier – Zilveren Kruis, VGZ, Menzis en CZ –
komen daarna allemaal met hun eigen invulling en zijn daardoor heer en
meester in de markt voor goedkope medicijnen.
Het Zorginstituut schat dat het beleid achthonderd miljoen per jaar aan
besparingen oplevert, op een budget van zo’n 4,5 miljard euro aan huisartsgeneesmiddelen.
Door de druk van de verzekeraars zijn de farmaceuten hun productiekosten
voortdurend gaan verlagen.
Het gevolg: Een verschuiving van de productie naar de lage lonenlanden
China en India. Werd in de jaren negentig nog negentig procent van de
grondstoffen in de VS, Europa en Japan gemaakt, nu komt ongeveer
tachtig procent uit China. En de grondstofleverancier in China kan makkelijk
zeggen (of odracht krijgen van de Chinese regering) ik lever niet meer.
We zijn dus geheel afhankelijk geworden van een monopolist die levering
en prijs kan bepalen want er zijn geen andere leveranciers meer.
De Nederlandse ziekte.
Er is nog van de verklaringen voor geneesmiddelentekorten, het inkoopbeleid van
de zorgverzekeraars. Sinds 2008 wijst de verzekeraar een fabrikant aan. Die mag
dan de gehele vraag naar een specifiek geneesmiddel bedienen. Voor 2008
had een leverancier ca 30% van de markt, na vaak 70% of meer.
Kan deze leverancier om wat voor reden dan ook plots niet leveren is er
geen alternatief meer. De overgebleven 1, 2 of 3 leveranciers kunnen dat
niet meer te bestieren.
Uit een door de industrie en apothekers besteld onderzoek van adviesbureau
Berenschot uit 2018 blijkt inderdaad dat tekorten relatief gezien vaak
voorkomen bij preferente medicijnen.
Een tweede probleem is de prijs. Zodra de prijzen naar de bodem zijn
onderhandeld is er vaak geen mogelijkheid meer voor een andere leverancier.
Dat kan niet meer omdat die verdwenen zijn.
Een voorbeeld:
In het voorjaar van 2013 ontstaat er een tekort aan het antibioticum doxycycline.
De grote zorgverzekeraars hebben voor dit medicijn tussen 2008 en 2013 één
leverancier aangewezen, Accord Healthcare. Die levert het medicijn voor 22 cent
per doosje van acht tabletten.
Accord krijgt door zijn lage prijs ongeveer vijftig procent van het hele marktaandeel
van doxycycline in handen. Twee andere fabrikanten halen hun variant van de Nederlandse
markt omdat het niet meer rendabel te verkopen is, de rest van de fabrikanten
brengt de voorraden aanzienlijk omlaag.
Accord Healthcare kan in februari 2013 niet meer leveren en de concurrenten hebben
te weinig voorraad om te hulp te schieten. Een landelijk tekort is het gevolg.
En natuurlijk ligt dit volgens de verzekeraars niet aan het preferentiebeleid.
Dit terwijl er 2 leveranciers waren gestopt op de Nederlandse markt door dit
preferentiebeleid van de verzekeraars.
Het is echt een Nederlands neoliberaal probleem geworden.
Eerst profiteren de apothekers ten kosten van de belasting betalers voor miljarden.
Nu profiteren de zorgverzekeraars ten kosten van medicijn producenten en de verzekerden.
Uit eindelijk blijft er maar 1 groep gedeputeerden over en dat zijn de patiënten.
De groep die apothekers en zorg verzekeraars zeggen de beschermen.
In 2020 werd de overheid voor 20% mede eigenaar van InnoGenerics. De investering van 8,7 miljard
en de investering in InnoGenerics zijn dus ondanks de belofte om minder afhankelijk van
China te worden gewoon weg gegooit geld. Ook weer een niet waar gemaakte belofte en een
hoeveelheid weg gegooit geld.
Tags
Financiele informatie

Kosten nieuwe kerncentrales.
De kosten voor de bouw van de nieuwe kerncentrales wordt compleet uit
zijn verband getrokken. Het kabinet Rutte4 belazerd de Nederlandse bevolking
met open ogen. De bouw van kerncentrales in Finland, Frankrijk en Engeland bewijst dit.
Meer...

Uitspraak over salarisverlaging V&D pas in mei.
Definitieve duidelijkheid voor de werknemers over de eenzijdig aan gekondigde salaris verlagining door V&D zal nog even op zich laten wachten.
Het hoger beroep door V&D aangespannen naar aanleiding van de verloren rechtzaak dient op 27 mei.
Het gerechtshof zal na behandeling op 27 mei een uitspraak doen, waarschijnlijk begin juni.
V&D kondigde ......
Lees meer